Boekbespreking

“De keuze, leven in vrijheid”

Ank Schravendeel

Edith Eger, een jonge vrouw van 17, overleeft Auschwitz. Als ze 90 is schrijft ze een boek over haar leven, in en na het concentratiekamp.

In de trein onderweg naar het kamp gaf haar Moeder haar een goede raad: “we weten niet waar we naar toe gaan, we weten niet wat er gaat gebeuren. Maar onthoud één ding: niemand kan van je afnemen wat je in je mind hebt.”

In het kamp ervaart Edith haar innerlijke wereld als bron van kracht. Dr. Mengele beveelt haar voor hem te dansen. Door in gedachten “an die schönen blauen Donau” te horen en het Operahuis in Boedapest voor zich te zien, kan ze haar angst overwinnen en voor hem dansen. Het levert haar de bijnaam “de ballerina van Auschwitz” op. In haar leven na de oorlog blijkt haar innerlijke wereld een bron van pijn te zijn, het wegduwen van traumatische gevoelens zet haar gevangen. Haar flashbacks, paniekaanvallen, het dwangmatig haar best doen om goed genoeg te zijn, dat zijn haar gevangenbewaarders geworden. Aan het gewone leven, als partner, moeder van drie kinderen, onderwijzeres op een school in een achterstandswijk, als psycholoog en trauma therapeute, leert ze om haar gevangenis af te breken.

Ik vond het een heel boeddhistisch boek, terwijl de Dhamma er niet in wordt genoemd. De drie karakteristieken als bron van wijsheid (vergankelijkheid, dukkha en oncontroleerbaarheid) en de mogelijkheid tot bevrijding van lijden leerde Edith van het leven en aan het leven. Het boek beschrijft haar ontwapenende eerlijkheid om steeds opnieuw facetten van haar reactiepatronen onder ogen te zien. De compassie om te verzachten. Het nemen van haar verantwoordelijkheid om zich niet te identificeren met een slachtoffer rol. Om geen haat met haat te vergelden. De keuze om in vrijheid te leven.

Edith Eva Eger “De keuze, leven in vrijheid” Levboeken 2018

Wat raakte me in dit boek en in de ontmoeting met Edith tijdens een workshop die ze gaf?

Haar levenslust, als 90 jarige straalt ze, verleidt ze, met ontwapenende eerlijkheid. Ze heeft als “selling point” bij lezingen, dat ze een “grand battement” maakt (een ballet term voor een “schop” zijwaarts) die ze op haar 90ste nog steeds kan maken. Als je zoveel ellende hebt meegemaakt, zoveel onrecht, zoveel lichamelijke pijn hebt geleden: hoe kom je dan zo vrij en stralend?

Als 17 jarige jonge vrouw wist ze dat ze niet wilde haten. “Ik bad voor Mengele, dat hij niet door haat verteerd zou worden”. Ze deelde wat ze had: ze kreeg na haar dans voor Mengele extra te eten, dat deelde ze met de andere vrouwen in haar barak. “Als je wilt overleven moet je voor elkaar zorgen”.

“Geluk komt van binnenuit, niet van omstandigheden van buiten”.

In haar studie als psychologe en trauma therapeute waren belangrijke Amerikaanse psychologen haar leermeester. Carl Rogers over zelf acceptatie. Martin Seeligman over aangeleerde hulpeloosheid. “Je laatste vrijheid is de vrijheid om te kiezen welke houding je wilt aan nemen ten opzichte van de situatie waar je in bent.” Dat leer ik op een meditatiekussen, dat leerde Edith in Auschwitz en in haar leven na het kamp. Edith heeft de invloed van slachtofferschap onder ogen gezien. Slachtoffer van de verlammende werking van vrijheid: geen vertrouwen hebben in jezelf dat je iets kunt kiezen waarmee je invloed hebt op je situatie. De schaamte om overlevende te zijn, jij wel en al die anderen niet. “Claim je onschuld, vergeef jezelf en vind een doel om zin te geven aan leven.” Het heeft haar de waarde van compassie, humor, optimisme, nieuwsgierigheid en het belang van expressie van emoties geleerd (de eerste letters van die woorden vormen in het Engels het woord CHOICE)

In een interview met Trouw beschrijft ze dat ze geen illusies heeft over daders die slecht zijn en slachtoffers die goed zijn. “Als ik als kind in Duitsland had gewoond was ik waarschijnlijk sterk onder de indruk geweest van de dogma’s die toen gangbaar waren. Leuzen als “Vandaag Duitsland, morgen de hele wereld” zijn opzwepend. Ze sluit niet uit dat ze lid van de Hitlerjugend zou zijn geworden. “We moeten kinderen niet vertellen wat ze moeten denken. We moeten ze leren hoe ze een mening kunnen vormen”.

Waarom vind ik “de keuze” een boeddhistisch boek? Het woord Boeddha of Dhamma komt er niet in voor, maar wel de wijsheid die in de boeddhistische geschriften als de drie karakteristieken worden benoemd.

Veranderlijkheid en vergankelijkheid. Het effect van de dreiging van de dood, continue, dag in dag uit, ruim een jaar. Honger hebben, ziek zijn. De psychische druk van het moeten verdragen van doodsdreiging.

Onbevredigendheid, geen houvast hebben. Verstrikt raken in afkeer en haat, of in hebberigheid: de jacht naar meer krijgen om honger te stillen. Edith beschrijft hoe ze de oorzaak van lijden doorziet en compassie en dana kan inzetten.

Oncontroleerbaarheid. De willekeur van ter dood veroordeeld in de ene rij, of blijven leven in de andere. Maar ook na de oorlog ontdekt ze hoe ze zich identificeert met de beste willen zijn, om eigenwaarde te verdienen.

Wat tijdens de dagen in het kamp een overlevingsstrategie is die werkt – de situatie ontkennen, je geest op iets anders richten – blijkt na de oorlog een valkuil. Van een innerlijke wereld die haar in contact brengt met kracht, naar een innerlijke wereld die haar in contact brengt met pijn. In het kamp leidden de meiden elkaar af, door schoonheidswedstrijden te organiseren, of recepten van de lekkerste gerechten aan elkaar te vertellen. “Als ik dit vandaag overleef, ben ik morgen vrij”. Na de oorlog probeerde Edith niet meer te denken aan alle horror, kon ze niet rouwen om de dood van haar ouders, kon ze geen uitlaatklep vinden voor de woede over het onrecht van massa vernietiging. Het was te erg, te veel. “We moeten verder, een partner vinden, kinderen krijgen, werken; het geluk van onze kinderen is de beste wraak op Hitler”. Ze trouwt, krijgt een dochter en emigreert naar Amerika. Als immigrante begint ze onder aan de ladder van werelds succes, zonder huis, zonder geld. Ze werkt zich op, wordt onderwijzeres op een school in een achterstandswijk, om kinderen die weinig hebben te leren, dat ze door arm te zijn niet minder waard zijn. Ze krijgt nog twee kinderen, gaat psychologie studeren. En wordt therapeute, die met veteranen en getraumatiseerde cliënten werkt.

In dat werk herkent ze steeds haar eigen proces. Zij loopt rond met de badge van de dokter, maar de confrontatie met gevoelens die haar patiënten tegen komen, helpt haar om haar eigen gevoelens tegen te komen. De onverbiddelijke eerlijkheid om steeds een ander facet van pijn onder ogen te komen, woorden te geven, te helen en verder te gaan. “Gevoelens uiten is krachtig, ze zijn tijdelijk, niet dodelijk.” Ik herken de menselijke neiging om bij emoties te hopen dat iets klaar is, eigenlijk: ik ben er wel klaar mee … In “de keuze” herken ik hoe de realiteit de mogelijkheid geeft om door innerlijke pijn aan innerlijke kracht te winnen. Wat niet gezien, gezegd en gevoeld mag worden blijft een geheim. Een geheim legt emotionele druk en geeft onrust, je moet iets voor blijven, je loopt het risico dat het je kan overvallen. “Zo bouw je een gevangenis. Door niet er over te praten draai je de deur op slot. En de sleutel zit in je eigen zak”.