Horen zingen en mediteren bij elkaar?
In iedere spirituele traditie wordt gezongen. In de traditie van Theravada Boeddhisme worden de leringen van de Boedha gechant door de monniken en nonnen. Dat is een onderdeel van hun gezamenlijke beoefening. Zo wordt een gezamenlijke expressie gegeven aan de Dhamma en worden de teksten onthouden.
Zingen is iets anders dan chanten. Zingen opent het hart, het resoneert in het lichaam, het harmoniseert de geest, het geeft vreugde. Het resoneert met dezelfde geestesgesteldheid als metta-meditatie: het saamhorige, de vreugde en lichtheid die het brengt, het afstemmen op in harmonie zijn.
Improviserend zingen heeft aspecten van Insight Dialogue: vertrouwen op wat opkomt. Gregory Kremer noemt “zelfloze expressie in kunst” als een vorm van beoefening. Je pauzeert van het opgeslokt zijn in gedachten en bent aanwezig. Je bent je gewaar van de impulsen en gedachten die opkomen (behulpzame of niet behulpzame) Je opent en ontspant, dat geeft ruimte om je te laten horen. Je gebruikt je vaardigheid om te gaan zingen en weet niet welke toon gevormd gaat worden. Ook als je samen zingt is dat zo, de harmonie tussen de klanken overstijgt je individuele bijdrage. Dat kun je niet van te voren verzinnen. Zingen deelt met vipassana meditatie de ontvankelijkheid, het niet weten wat er gaat komen in de ervaring, het in het moment zijn.
“Singing comes forth to hearing others, togetherness in sounding. Sounds that melt together, unconsciously harmonise together. Togetherness brings joy, joy brings openness, openness leads to concentration” (Hazrat Inayat Kahn)
Zingen spiegelt
Je hoeft niets te presteren als je zingt. Enthousiasme en de bereidheid om de begeleider te volgen, dat is alles wat je nodig hebt.
Er zijn ook valkuilen die zich in het zingen laten horen. In de eerste rede van de Boeddha over de Edele Waarheden wordt verlangen (hunkering) als de oorzaak genoemd van stress en reactiviteit. Verlangen om gezien te worden en verlangen om niet gezien te worden (Gregory Kremer vertaald dat laatste met “angst om gezien te worden”) In het zingen kan de wil om er boven uit te stijgen zich laten horen, de behoefte om uit te freaken. En ook ervaren dat het zingen en samen klinken je overkomt, voorbij gaat aan wat je zelf kunt bedenken of bijdragen. De angst om gehoord te worden is een bekende metgezel voor zangers: ik kan niet hoog genoeg, of mooi genoeg, mijn keel knelt of mijn adem blokkeert. Of kortweg: ik kan niet zingen. Als de schone schijn wegvalt, voorbij de pogingen om je te laten horen of je best te doen, ontstaat ruimte voor wat opkomt dit moment en voor verbondenheid met anderen.
Improviseren
Zingen is niet gebonden aan vaste regels, je kunt frank en vrij volgen wat er in je opkomt. Alles begint met één noot.
Bij improviserend zingen is er, net als bij opmerkzaamheid, de inzet die maakt dat de geest zich richt op de ervaring: je spreekt je vaardigheid aan om te zingen. En je bent onwetend, weet niet wat er gaat komen, bent ontvankelijk voor de klank die je binnenvalt. Dat geeft creativiteit, lichtheid, levendigheid, vreugde.
Hazrat Inayat Kahn – die het Soefisme naar het Westen- bracht heeft veel geschreven over spiritualiteit en muziek. Muziek is een taal zonder woorden. Het resoneert, zonder de concepten in de geest aan te boren. Een mens resoneert automatisch met zijn omgeving (denk aan: samen in een café een voetbalwedstrijd volgen) Meditatie maakt het mogelijk om te resoneren met een zelfgekozen vibratie (concentratie meditatie, waarbij je één ervaring kiest om op af te stemmen) Iedere ervaring heeft een eigen klank en ritme, een eigen harmonie. Denk bv aan je adembeweging, of gedachten-stromen. Opmerkzaamheid kan zich afstemmen op “de klank en het ritme” van wisselende ervaringen.
“Klank is de Moeder van muziek en ritme is de Vader van muziek” (Hazrat Inayat Kahn).
Programma van een dag zingend mediteren
- Zit meditatie
- Contact maken met je lichaam, in beweging, door klank te maken en te voelen hoe dat vibreert, door klank schalen
- Klank maken met ondersteuning van een tanpura (Indiaas snaarinstument), luisteren, afstemmen op elkaar
- Contact maken met je eigen grondtoon en gevoel voor ritme
- Raga zingen (samen een melodie zingen, uit de klassieke Indiase muziek)
- Improvisatie zingend en spelend
- Mantra zingen, het zingen van woorden die van betekenis voor je zijn, expressie geven aan wat waardevolle begrippen zijn (bv “Metta, karuna, mudita, uppekkha”) Door het herhalen ontstaat verbondenheid
Raga zingen
Zingend mediteren wordt begeleidt door Ank Schravendeel en Arman Ameri Hanani. Arman is geschoold in het zingen van raga en het bespelen van traditionele strijkinstrumenten uit India en Afghanistan (de Sarinda en Rabab). Raga’s maken deel uit van de traditionele Indiase muziek. Het zingen van raga’s wordt gebruikt om gewaar te zijn van de trillingen in je lichaam, van emoties en van energie. Verschillende raga’s maken gebruik van verschillende toonladders en roepen een eigen emotie op. Het improviseren – niet weten wat je gaat zingen – maakt gebruik van een basis structuur. Iedere raga heeft een basisnoot, waar andere noten zich al improviserend “omheen vouwen”: zoals een bloem haar bloemblaadjes ontvouwt, zoals een natuurlijke ordening die zich laat ontdekken.
“Muziek heeft ritme, het stemt af op de veranderlijkheid in de realiteit”(Hazrat Inayat Kahn).